Vlag van Friesland (Fryslân)

De officiële vlag van Friesland werd op 9 juli 1957 aangenomen door Gedeputeerde Staten van Friesland. De vlag bestaat uit vier kobaltblauwe en drie witte diagonale strepen; de witte strepen bevatten in totaal zeven rode pompeblêden.

De vlag wordt in het besluit als volgt omschreven:

Een vlag met zeven diagonale strepen van gelijke breedte, afwisselend kobaltblauw en wit.

De middellijn van het middenpaneel begint bovenaan de broekzijde en loopt van hoek tot hoek; de witte panelen zijn beladen met zeven scharlakenrode pompeblêden, die loodrecht op de as van het paneel en in de verhouding 2:3:2 zijn gerangschikt.

Betekenis

Volgens de 16e-eeuwse geleerde Suffridus Petrus zouden de zeven rode pompeblêdes of lelievletten verwijzen naar de zeven Friese maritieme landen die werden gescheiden door drie waterlopen. Dit waren min of meer onafhankelijke stukken land langs de kust van Alkmaar tot de Weser, die volgens de overlevering samen hadden gevochten tegen de Noormannen. Er waren echter waarschijnlijk nooit precies zeven van deze bestuurlijke eenheden; vandaar dat het getal zeven waarschijnlijk de betekenis "veel" heeft.

Het motief van de stromen in een blauw veld (tres aquas candidas in campo cœlestini) wordt soms ook in verband gebracht met het Zweedse koninklijke wapen van de Deense schrijver Olaus Magnus.

Naast vlaggen worden ook wimpels gebruikt die gebaseerd zijn op hetzelfde ontwerp. De wimpel bestaat uit acht blauwe en zeven witte strepen, met een pompeblêd in elke witte streep.

De pompeblêd siert menig voorwerp uit Friesland, zoals het shirt van voetbalclub Heerenveen en de Blauhúster Dakkapel. Een flesje Sonnema's Friese Graanjenever zat in een zakje gemaakt van de Friese vlag.